Onlangs heeft Sietze Bottema, kleinzoon van de oudste broer van schilder, graficus en illustrator Tjerk Bottema (1882-1940), een portret van Joris Ivens in krijt geschonken aan de Ivens Stichting. Het is daarmee het derde portret van Ivens dat de Friese kunstenaar heeft vervaardigd en overgeleverd is. In het Joris Ivens Archief bevindt zich al een portret in olieverf en ook het Katwijks Museum heeft een schilderij van hem dat er nauw mee verwant is.

          

Portret Joris Ivens door Tjerk Bottema, z.d.      Portret Joris Ivens door Tjerk Bottema, z.d. Portret Joris Ivens door Tjerk Bottema, 1933, gesigneerd.
Schenking Sietze Bottema aan Ivens stichting Katwijks Museum, olieverf op doek.             Europese Stichting Joris Ivens, oileverf op doek
Bruin kruit op papier, gesigneerd..

Tjerk Bottema en Joris Ivens

Tjerk Bottema ontmoette Joris Ivens in Parijs, vermoedelijk in 1933, toen Ivens in de lichtstad druk bezig was met de montage van Nieuwe Gronden. En vier jaar later, in februari of april 1937 tussen de opnames voor The Spanish Earth door, toen hij kort in Parijs verbleef. Op een paar foto’s zien we beide kunstenaars in het atelier van Bottema in een voorstad van Parijs. Daar had de schilder zich na vele omzwervingen in datzelfde Parijs, in Londen, Antwerpen, vele plaatsen in Italië, Spanje, Berlijn, Scandinavië, Lapland en Schoorl, zich in 1928 definitief gevestigd. Tegen een oude vestingmuur aan de Boulevard de la Vanne in Cachan bouwde hij zelf een huis. In de lichte vertrekken en ‘hangende tuin’ met druiven en vijgen mocht hij graag vrienden ontvangen en vertellen over zijn vele reisavonturen.
Op de achtergrond van het olieverfschilderij, aanwezig in het Ivensarchief, zijn gebouwen in Parijs zichtbaar. Blijkbaar heeft Bottema bewust een eerder stadslandschap overgeschilderd met dit snel opgezette realistische portret. Het portret dat zich in de collectie van het Katwijks Museum bevindt heeft dezelfde compositie en lijkt een voorstudie te zijn, of - nog meer waarschijnlijk - een studie achteraf in een meer moderne stijl. Het portret van Ivens is in die versie gestileerd en de achtergrond met de huizen gereduceerd tot abstracte vormen.

Ivens en Bottema deelden een kosmopolitische visie, uitbundige reislust en linkse politieke overtuiging. Tjerk Bottema is vooral bekend geworden als tekenaar van politieke prenten en scherpe karikaturen voor het bekende weekblad De Notenkraker (1906-1936). Het satirische blad, een uitgave van de Arbeiderspers/SDAP, groeide uit tot een populair tijdschrift dankzij de iconische tekeningen van Albert Hahn sr., Leo Jordaan (ook filmcriticus van o.a. de Filmliga) en later Bottema. Hij ontwierp ook verkiezingsaffiches voor de SDAP.

.     
Carel Blazer, Joris Ivens in atelier Tjerk Bottema, 1937. Coll. Ivens Archief, ESJI. Tjerk Bottema en Joris Ivens met vrienden in Parijs, z.d. [1937], Coll. ESJI.

De loopbaan van Tjerk Bottema

Tjerk Bottema wordt op 4 maart 1882 geboren als de derde zoon in een boerengezin in Bovenknijpe. ‘Hij kwam van de Friesche klei en aan die klei, de wind, de eenvoud in de natuurlijke verwikkeldheden is hij trouw gebleven’, schreef kunstcriticus H. van Loon.[i] Na de verhuizing naar Tijnje zetten zijn twee oudere broers Sietze en Roelof het boerenbedrijf voort. Zijn grootvader, een onderwijzer, onderkent het tekentalent van de jonge Tjerk en op diens voorspraak volgt de veertienjarige de Rijkskweekschool in Maastricht, omdat die in Groningen overvol is. Eenmaal terug in zijn dorp valt hij in op zijn voormalige school, maar raakt er al snel van overtuigd dat lesgeven niet zijn roeping is. Hij vertrekt naar Amsterdam, waar hij gaat studeren voor de middelbare akte Tekenen en aan de ‘museumschool’ Quellinus van het Rijksmuseum en de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Op de academie krijgt hij les van vooraanstaande kunstenaars als George Sturm en August Allebé. Ondanks zijn ambachtelijke vaardigheden en vakmanschap krijgt hij het al snel aan de stok met deze klassiek gevormde professoren, vanwege zijn voorliefde voor snelle schetsen en belangstelling voor moderne kunststromingen. Hij houdt van de diversiteit van zijn modellen, die hij vindt onder cafébezoekers, op markten en kermissen, in de theaterwereld en het mondaine uitgaansleven, maar ook in volksbuurten, op markten, kermissen en het platteland.
Twee jaar na Tjerk komt zijn jongere broer Tjeerd ook naar Amsterdam, waar beide een atelier beginnen voor decorbouw, reclamewerk, grafiek en illustraties. Na een inzinking en terugkeer naar Friesland herneemt Tjerk met vernieuwde krachten zijn kunstenaarsloopbaan, wordt lid van Sint Lucas en exposeert voor het eerst in het Stedelijk Museum in 1907. Tjerk verdiept zich in allerlei nieuwe stijlen, zoals het luminisme, expressionisme of futurisme. Ook abstracte kunst is inspiratiebron voor zijn werk, hoewel zijn eigen werk nooit honderd procent abstract wordt en altijd naturalistische elementen bevat. In levenshouding, eclectische artistieke visie en gemak waarmee Bottema tekenen en schilderen, stijlen en disciplines combineert lijkt Bottema wel enigszins op Henri (Han Pieck). Bottema en Pieck zijn beide bevriend met Joris Ivens en hebben beide een broer die ook kunstenaar is.
Tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ontwerpt Tjerk Bottema affiches voor de films die worden geproduceerd in de studio’s van Babelsberg bij Berlijn. Met zijn onrustige geest onderneemt hij in de jaren twintig vele reizen door Europa en zwerft hij rond met motor en kampeertent. Ondertussen neemt hij deel aan een serie exposities in binnen- en buitenland. In diverse café’s en koffiehuizen, o.a. in zijn stamcafé in de rue du Bac in Parijs, toont hij zijn werk of maakt wandschilderingen. Ook in de openlucht stelt hij exposities samen. In Amsterdam wordt hij lid van de Socialistische Kunstenaars Kring (S.K.K.), waarvan de leden in 1930 exposeren in het Stedelijk Museum onder de titel ‘Socialistische Kunst Heden’. Tot de exposanten behoren tevens Charley Toorop, Gerrit Rietveld, Fré Cohen, Frans Masereel, László Moholy-Nagy, Käthe Kollwitz, Otto Dix, Georg Grosz, Peter Alma en Gerd Arntz. Een groot overzicht van zijn werk wordt tentoongesteld bij Editions Bonaparte in Parijs, waar ook het portret van Ivens wordt getoond. Een recensent van de NRC merkt op dat er veel moois te zien is, maar stelt dat Bottema nog steeds zoekende is en verschillende kunststijlen en stromingen uitprobeert zonder daarbij in de diepte en tot het uiterste te gaan.

Na het uitbreken van de oorlog als het Duitse leger Parijs nadert wil Bottema via Engeland naar Mexico vluchten. Omdat hij geen visum krijgt scheept hij in Marseille in op het vrachtschip de S.S. Berenice. Met 22 passagiers aan boord, waaronder de bevriende schrijver-dichter Hendrik Marsman en zijn vrouw, gaat de boot na een midscheepse ontploffing in de Golf van Biskaje bij Bordeaux ten onder. Het is onduidelijk of de oorzaak een torpedo is van een Duitse duikboot of een explosie in de machinekamer. Alleen de vrouw van Marsman kan gered worden.
Tjerk Bottema was niet gehuwd en had geen kinderen. Het huis in Cachan was zijn eigendom. ‘De mens en de kunstenaar, de kunstenaar en de ambachtsman waren één. Tjerk Bottema zocht van nature de ongeëffende banen; wat glad was, geijkt en zonder risico ‘lag’ hem niet.’[ii]


Sietze Bottema, de schenker van het portret, juni 2023.

De nalatenschap

Sietze Bottema, de schenker van de tekening, vertelt: ‘Na de oorlog werd in Nederland zijn erfenis verdeeld en afgewikkeld en zijn z’n schilderijen naar Nederland gehaald. In principe waren zijn broers erfgenaam. Zijn neef Johannes Bottema en Leo Schwarzschild, partner van Johanna Bottema (dochter van Tjeerd), hebben dat verder afgewikkeld. Dat heeft de nodige moeite gekost, onder andere vanwege diverse Franse en Nederlandse regelgeving, en heeft tot midden jaren 50 geduurd. Het Fries museum in Leeuwarden heeft daarbij geholpen en als dank daarvoor enkele schilderijen ontvangen. Toen Tjeerd Bottema in 1978 overleed ging zijn inboedel inclusief zijn eigen schilderijen en die hij van broer Tjerk geërfd had, naar het Katwijks museum. Dit had Tjeerd zo in zijn testament beschikt. Mijn ouders hadden enkele tientallen schilderijen, tekeningen en aquarellen geërfd na het overlijden van mijn grootvader Sietze. Deze zijn nu in ons bezit. Zij hadden daarvan een deel aan de wand hangen. Ook de neven van mijn vader hadden werken in huis. Ik ben dus opgegroeid met de beeldenwereld en impressionistische werken van Tjerk. In de familie werd altijd verteld dat het portret in krijt een portret van Joris Ivens betreft.’ Omdat Tjerk Bottema zijn werken zelden dateerde of van een titel voorzag is die orale traditie de enige bron.

In 1946 toonde de expositie ‘In Memoriam – Kunst in het Harnas’ werken van de in de oorlog omgekomen kunstenaars Else Berg, Samuel Jessurun de Mesquita en Tjerk Bottema. In 1950 organiseerden vrienden en familieleden een herdenkingstentoonstelling in het Stedelijk Museum. In exposities in 1954 en 1957 volgden overzichtstentoonstellingen met 50 werken in Gorredijk, Leeuwarden en Laren, waar voor het eerst ook het teruggekeerde werk uit Cachan kon worden gepresenteerd. De politieke prenten, 81 originele tekeningen, kregen in 1970 speciale aandacht in het Persmuseum. Het leven en werk van de beide broers Bottema werd in 1990 uitvoerig opgetekend door Frédérique Bruyel-van der Palm. Bij deze uitgave stelde Museum Belvédère in Heerenveen (destijds nog Willem Van Haren Museum geheten) toen een expositie over beide broers samen. In het Katwijks Museum in Katwijk aan Zee – waar Tjeerd Bottema zijn latere jaren doorbracht – is een Bottemazaal, waar het werk van beide kunstenaars permanent tentoongesteld wordt.


 

[i] H. van Loon, ‘Tjerk Bottema †’, in Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50, Elsevier, Amsterdam 1940, p. 360.

[ii] Idem, p. 361.

<<

Adresgegevens

 

  • Bezoekadres:
    Tweede Walstraat 19,  Nijmegen


 


  • Postadres:
    Tweede Walstraat 19
    6511 LN Nijmegen

Contact

 

  • 06 539 60 552
     


 

Social Media

Ivens.nl Archief

Films:

83 Items

Fotos:

5695 Items

Documenten:

29572 Items

Bibliografieën:

678 Items

Affiches:

212 Items