In 1958 werd Ivens uitgenodigd door China om er een film te maken. Daarnaast werd hij benoemd tot algemeen adviseur van de Central Studio for Newsreel and Documentaries in Bejing en werd hij leraar aan de filmacademie in Bejing. Dit drieluik is een lyrische impressie van het leven op het Chinese platteland, in samenwerking met Chinese cineasten gemaakt. De productie werkte als een filmschool in de praktijk. Deel één opent met nomaden op de besneeuwde steppen van Binnen-Mongolië; deel twee toont het leven in de landbouwcoöperatie Dingsjan aan de oever van de Yang-tse bij Nanjing. Deel drie sluit het drieluik af met het Drakenfeest in een vissersdorp bij Sjanghai, een feest voor de lente.
Ho Tsjoeng-hsing
(nog) geen bijbehorende bibliografieën gevonden.